Akkerranden: een akkervogelvriendelijke invulling van de vergroening

Sinds vanaf begin 2015 het nieuwe landbouwbeleid toegepast
wordt op het Vlaamse Platteland, zijn termen als
‘vergroening’ en ‘ecologisch aandachtsgebied’ algemeen
bekend bij landbouwers. Wie beschikt over meer dan 15
hectare bouwland, moet – enkele uitzonderingen buiten
beschouwing gelaten – 5 % van zijn bouwland inrichten
als ecologisch aandachtsgebied. Als landbouwer kan je
zelf kiezen hoe je deze invulling vorm geeft. Braakliggend
land, 1 m teeltvrije stroken en akkerranden, stroken langs
bosranden, landschapselementen zoals heggen, agroforestry,
korte omloop houtteelt, stikstofbindende gewassen en
groenbedekking komen allen in aanmerking. Tot op heden
vult het merendeel van de landbouwers het ecologisch aandachtsgebied
in met groenbedekkers. Maar ook de optie
rond de ‘1 m teeltvrij stroken en akkerranden’ biedt kansen
naar akkerbouwers toe. Bovendien biedt dit kansen om iets
te doen voor de akkervogels op je land, en hiervoor samen
te werken met de lokale jachtgroep en wildbeheereenheid.

Waarom kiezen voor akkerranden als landbouwer?

Meestal is het centrale gedeelte van de akker het meest waardevol
voor de landbouwer. Aan de randen van het veld is de
opbrengst per oppervlakte-eenheid meestal lager door randinvloeden
zoals schaduw, windwerking,… Waar de rand van een
akker gelegen is tegen een wegberm, een gracht of een talud,
kan tot de rand ploegen zorgen voor problemen met erosie,
modder op de weg, schade aan machines,…
Het decreet ‘Integraal Waterbeleid’ bepaalt dat er geen bodembewerkingen
mogen plaatsvinden tot op 1 meter afstand vanaf
de bovenste rand van het talud van oppervlaktewaterlichamen.
Hier geldt ook een verbod op het gebruik van meststoffen en
pesticiden. Vanaf 2018 controleren toezichthouders van de
Mestbank en VMM actief op de naleving van deze teeltvrije
zone.

De 1-m teeltvrije zone telt mee voor de invulling van het ecologisch
aandachtsgebied. Indien je land bewerkt gelegen naast
waterlopen ingetekend op het grootschalig referentiebestand,
wordt op dit perceel automatisch in een 1 m teeltvrije strook
voorzien in de lijst potentieel ecologisch aandachtsgebied
binnen het e-loket op de pagina vergroening ecologisch aandachtsgebied.
Je kan deze teeltvrije zone onbewerkt laten,
of deze inzaaien met bijvoorbeeld een graskruidenmengsel,
een kruidenmengsel of een faunamengsel. De signalen vanuit
het Departement Landbouw en Visserij zijn in de richting dat
grondbewerking op deze strook nog maar éénmaal zou worden
toegelaten. Zaai je een fauna-mengsel in, dan kan je dit dus
niet jaarlijks herhalen.
Een goede optie voor landbouw én voor
akkervogels is om de strook in te zaaien met een gras-kruidenmengsel
dat je jaarlijks maait na 1 augustus. Op die manier
heb je controle op wat er groeit op de strook, en krijgen akkervogels
de kans om succesvol te broeden. De stroken zijn ook
een meerwaarde voor nuttige insecten die plaagsoorten onder
controle kunnen houden op het naburige perceel.
Je kan ervoor kiezen om de 1-m teeltvrije zone breder te trekken
en in te tekenen als een akkerrand. Op die manier krijg je
een brede bufferstrook langs de waterloop. Binnen de vergroening
telt één vierkante meter akkerrand mee voor anderhalve
vierkante meter ecologisch aandachtsgebied. Door te werken
met akkerranden kom je dus relatief snel aan de minimale oppervlakte
ecologisch aandachtsgebied, die recht geeft op de vergroeningspremie.

Akkerranden kan je niet enkel aanleggen langs waterlopen,
maar aan eender welke perceelsrand. Een maximale breedte
van 20 meter wordt meegeteld als ecologisch aandachtsgebied.
Zo kan je bijvoorbeeld akkerranden aanleggen langs een
heg of houtkant, langs een weg, een holle weg of een straat,
of gewoon op de scheiding tussen twee percelen. Op locaties
waar je anders toch weinig opbrengst genereert uit de landbouwteelt,
vormen deze stroken een buffer, en een thuishaven voor bestuivers en insecten die aan biologische plaagcontrole doen. Het ingezaaide gewas zorgt ervoor dat het organische stofgehalte op peil komt. Akkerranden mag je bemesten volgens de geldende mestwetgeving, maar niet behandelen met gewasbeschermingsmiddelen. Dat impliceert dat je de 1-m teeltvrije zone die je sowieso niet mag bemesten. Langs sommige
waterlopen is er een bredere zone waar bemesting niet is toegelaten (met of zonder akkerrand). Op akkerranden is een bodembewerking wel mogelijk. Hier kan je bijvoorbeeld een fauna-mengsel zaaien dat een buffer vormt tussen de spontane begroeiing langs de beekkant (1-m teeltvrije zone) en het perceel zelf. Daardoor komen ongewenste onkruiden niet meteen tussen de teelt terecht.

Dergelijke akkerranden bieden een grote meerwaarde voor
akkervogels. Ook wildsoorten zoals patrijs en fazant profiteren
mee. Dat betekent dat er een samenwerking mogelijk is met
lokale jachtgroepen en wildbeheereenheden. Dit kan voor de
landbouwer nog extra voordelen opleveren (zie ‘Samenwerking
met de jager en de wildbeheereenheid’).

Daarnaast is het ook mogelijk om beheerovereenkomsten af te
sluiten met de Vlaamse Landmaatschappij, en om hiervoor nog
een extra vergoeding te ontvangen. De beheerovereenkomsten
‘Perceelsranden: gemengde grasstrook’ en (in akkervogelgebieden)
‘Akkervogels – gemengde grasstrook plus’ bieden in dit kader een meerwaarde. Als je de strook tegelijk inbrengt in de vergroening als ecologisch aandachtsgebied, gaat het bedrag van de vergoeding iets naar beneden, maar krijg je nog steeds een compensatie.

Wil je wel werken rond akkerranden, maar niet met een apart in te zaaien strook of met een strook braakliggend land? Ook dan is er goed nieuws! Het is immers mogelijk om een strook van een voor akkervogels waardevolle teelt (vb. granen, quinoa, kolen,…) als akkerrand in te brengen in de vergroening, op voorwaarde dat het gewas niet wordt geoogst én op voorwaarde dat je hierover een gebruiksovereenkomst afsluit met het oog op het realiseren van milieu- of natuurdoelstellingen.
project Zot van pAtrijs Akkerranden: een akkervogelvriendelijke invulling van de vergroening.

Samenwerking met de jachtgroep kadert ook in een groter geheel.
Een goede verstandhouding tussen landbouwer en jager biedt voordelen voor beide partijen. Denk maar aan bestrijding van schade door wildsoorten en kraaiachtigen, aan samenwerking om dode dieren in het ruwvoeder te voorkomen,…
Een echte meerwaarde voor akkervogels

Heel wat landbouwers zijn nog vertrouwd met het landbouwlandschap
uit hun jeugd. Akkervogels waren toen veel talrijker. Ze gaven kleur en klank aan het landbouwland. De meeste akkervogels hebben het niet gemakkelijk in het intensief benutte landbouwlandschap van vandaag.
Werken met akkerranden biedt een duidelijke meerwaarde voor akkervogels zoals patrijs, groenling, veldleeuwerik, kneu,
geelgors,… Dit zonder de rendabiliteit van het landbouwbedrijf
in het gedrang te brengen.
Hoor jij in het voorjaar graag patrijzen roepen vanaf de tractor? Geniet je van de trillende zang en de spectaculaire vlucht van de veldleeuwerik of zie je graag zwermen vogels vliegen op de akkers in de winter? In dat geval is de aanleg van akkerranden een perfecte zet.
Een dergelijke gebruiksovereenkomst kan je bijvoorbeeld afsluiten
met een wildbeheereenheid.

Samenwerking met de jager en de wildbeheereenheid

Akkerranden vormen een duidelijke meerwaarde voor akkervogels,
waaronder ook de patrijs en de fazant. Dit zijn soorten waar jagers sterk op inzetten. Heel wat jachtgroepen zullen dan ook enthousiast zijn om samen te werken met de landbouwer rond de inzaai van akkerranden. Misschien heeft de jachtgroep wel een mengsel beschikbaar om de akkerrand mee in te zaaien? Of willen ze meewerken bij het onderhoud van de strook? Via het Antwerpse PDPO-project Zot van pAtrijs en
het Vlaams Patrijzenproject kregen de wildbeheereenheden de kans om aan een scherpe prijs faunamengsels aan te kopen die een meerwaarde bieden voor patrijs en andere akkervogels. We verwezen eerder in dit artikel reeds naar de gebruiksovereenkomst.
Een gebruiksovereenkomst heb je als landbouwer nodig als je wil werken met akkerranden ingezaaid met een teelt die je laat overwinteren op het veld. Voor akkervogels kan het laten overwinteren van een strook granen, quinoa of kolen bijvoorbeeld een erg waardevolle maatregel zijn.
Hiervoor kan je een gebruiksovereenkomst afsluiten met een wildbeheereenheid.
Het is nodig dat je de gebruiksovereenkomst afsluit
met een rechtspersoon (zoals een VZW). Een jachtgroep komt hiervoor dus meestal niet rechtstreeks in aanmerking. De jachtgroep waar je contact mee hebt kan er echter vlot voor zorgen dat de gebruiksovereenkomst afgesloten kan worden met de wildbeheereenheid. De gebruiksovereenkomst is een simpel A4-contract zonder verdere administratie. Een template gebruiksovereenkomst,die afgetoetst en goedgekeurd werd door het Departement Landbouw en Visserij, kun je downloaden hieronder.